naar index van Geen Kunst




Ja, soms verschuil ik mij in dromen,
laat de meiden tot mij komen,
dansend, hijgend, hand in hand,
borsten vrij en zonverbrand
te prijk. Hetaeren zonder schroom
verwennen mij als suikeroom;
eerst warmen ze mijn oude knoken,
dan wordt mijn vreugdevuur ontstoken.

Een tel of tien vergetelheid,
dan is de gloed alweer gesmoord
in zweet en spijt, en overal
gedoofd. En dan, vergeefs altijd,
verlang ik naar een Toverwoord -
een woord, zo groot als het heelal...



circa 1985, Een nieuw liedje
Livemont, Satyr.