naar index van Geen Kunst




Telkens als ik met lijn zeven
naar mijn dochter Doortje ga
en mijn kleinkind Gloria,
denk ik: wat een heerlijk leven!

Dan besef ik altijd even,
als ik nadenk, onderweg,
dat ik niet mag klagen, zeg:
God heeft mij een boel gegeven!

Meestal neem ik taartjes mee.
's Zomers in de zonneschijn,
buiten op het malse gras,
smullen wij en drinken thee.

Dan zou ik gelukkig zijn,
pa, als jij nog bij ons was.


1987, Weduwe
Kirchner, 1907.