naar index van Geen Kunst




Toen heb ik haar naar bed gebracht.
Ik moest de lakens open slaan.
Nooit zag ik haar zo kwetsbaar staan,
zo wachtend, broos en zonder klacht
gebogen voor de overmacht.
Ze keek me met een glimlach aan
en heeft haar ogen dicht gedaan.
Het afscheid was nu ook volbracht.

Ontdaan ben ik daar blijven staan
als een ontslagen erewacht,
niet wetend waar ik heen kon gaan.
Toen hoorde ik, zo fluisterzacht
dat enkel ik het mocht verstaan:
Kom hier, ik ben zo bang vannacht...



circa 1995, Afscheid
Schmidt, 1935.